Kessels, J. W. M., & Smit, C. A. (1989). B2.3 Het ontwerpen van opleidingsprogramma’s: de rastermethode. Opleiders in Organisaties, Capita Selecta No. 11, 1–26.

Onder programmeren of programmabouw verstaan we de activiteit die de ontwikkelaar onderneemt om van de leerdoelen voor de opleiding tot een programma te geraken.
De rastermethode is een hulpmiddel bij het ontwerpen van opleidingsprogramma’s. Hierbij maakt men eerst een schema van de tijd die er voor de opleiding (voorlopig) beschikbaar is, waarna men in het schema alle elementen invult die reeds bekend zijn. Zo zijn bijvoorbeeld de kennismaking, de bespreking van de leerdoelen en het programma, de pauzes en de evaluatiemomenten redelijk voorspelbaar. Nu ontstaat er een raster met ingevulde en niet ingevulde plekken. In de open plekken worden werkvormen ingevuld. Deze werkvormen ontwerpt men door per leerdoel een brainstorm te houden. Elke werkvorm komt op een apart blaadje.
In de leeggebleven plekken van het raster kan men nu verschillende werkvormen opplakken en weer verhangen, tot er een aantrekkelijk programma is ontstaan. Deze wijze van werken lijkt op een visuele discussie-methode als Metaplan (MetaPlan-serie, 1981).